Familiebedrijven vormen een belangrijke pijler van de Nederlandse economie. Op 1 januari 2018 telde Nederland maar liefst 273.000 familiebedrijven. Familiebedrijven doen het over het algemeen goed, ze bestaan langer en presteren beter dan andere bedrijven. Toch hebben familiebedrijven de nodige uitdagingen, alleen al op het gebied van bedrijfsopvolging. Jacqueline Van der Stelt volgt op dit moment het Private Wealth Management Programma op Nyenrode Business Universiteit. Ze ging in gesprek met Ronald Heijn RBA EPP, Programmadirecteur, en Roberto Flören, RSM Hoogleraar Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht, aan Nyenrode. 

VANDERSTELT - Nyenrode

Vanwaar de interesse vanuit Nyenrode voor familiebedrijven in Nederland? 

Roberto: “Om inzicht te krijgen in de dynamiek van familiebedrijven, doe ik al sinds 1992 structureel onderzoek naar familiebedrijven. Daaruit is in 2002 de RSM-leerstoel Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht ontstaan. Het onderwerp past bij het profiel van de Nyenrode studenten en alumni.” Ronald vult aan: “Het past ook bij het ontstaan van Nyenrode. Nyenrode is van, voor en door ondernemers opgericht, familiebedrijven zitten van oudsher in ons DNA. Sinds 2018 bieden we naast het Private Wealth Management Programma nog een ander programma: Vermogensbeheer voor de Private Wealth sector. Dit programma is echt voor families, niet voor adviseurs. We zagen dat veel families richting een cash event gingen en vaak durven die families geen kritische vragen te stellen aan hun adviseurs. Het is dus goed als ze zelf ook meer kennis hebben.” 

Hoe staat het Nederlandse familiebedrijf er volgens jullie voor?

Roberto: “We hebben familiebedrijven gevolgd tijdens crises, zowel de financiële crisis als de coronacrisis. Daaruit blijkt dat familiebedrijven het veel beter doen dan andere bedrijven. Er zijn minder ontslagen, er is minder krimp en meer bereidheid om in te teren op het eigen vermogen. In een hoogconjunctuur doen andere bedrijven het beter, maar op lange termijn doen de familiebedrijven het beter. Daar is meer tevredenheid, het personeel blijft langer, er zijn betere resultaten, etc. De politiek richt zich nu ook weer meer op familiebedrijven. En terecht, want als je zzp’ers niet meerekent, is 69% van de bedrijven in Nederland een familiebedrijf.” 

Recent heeft KPMG het ‘Onderzoek effecten afschaffing bedrijfsopvolgingsregelingen’ verricht. Wat is jullie visie op de effecten van de mogelijke politieke versobering?

Roberto: “Ik verwacht dat de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in stand blijft, behalve voor alles wat met onroerend goed te maken heeft. Afschaffen van de BOR is mijns inziens het domste wat je kunt doen. Familiebedrijven hebben in de coronacrisis veel minder gebruik gemaakt van regelingen, ze hebben ontvangen gelden uit de corona-steunmaatregelen teruggegeven, etc. Met het afschaffen van de BOR raak je hen hard en dat betekent dat ze in de volgende crisis wel gebruik gaan maken van regelingen. Afschaffen is een korte termijn visie die niet de mijne zou zijn.” 

VANDERSTELT - Publicaties - Nyenrode Familiebedrijven

Zijn er cijfers bekend over hoeveel Nederlandse familiebedrijven aan de vooravond staan van een overdracht/verkoop van hun bedrijf naar derden/de markt? 

Roberto: “Er zijn 23.000 bedrijfsoverdrachten per jaar. Een dergelijk proces bestaat uit een aantal fases en duurt ca 4 jaar, met andere woorden, ca 100.000 families beraden zich thans. Uit onderzoek blijkt dat 90% van de eigenaren hoopt dat het familiebedrijf overgaat naar familie, maar in de praktijk is dat maar 1 op 3. Waarbij grotere familiebedrijven wel vaker in de familie blijven. Hoe je opvolgers voorbereidt, is niet standaard. Een accountant is de adviseur hierin. Er zijn ook steeds meer gespecialiseerde familiebedrijf-adviseurs. Een overdracht is een emotioneel proces. Rationeel weet iedereen dat het moet, maar veel mensen stellen het toch uit. Pas als mensen beseffen dat ze niet onmisbaar zijn, zijn ze zover dat ze ook echt stappen gaan nemen.”

Na een groot cash-event begint vaak het nieuwe bedrijf; het runnen van een familievermogen. Wat willen jullie families hierbij meegeven? 

Ronald: “Er moet een nieuw doel gesteld worden. Vaak wordt het één en ander heel snel in structuren gegooid zonder dat er nagedacht wordt over de strategie. Ons advies is: ga eerst nadenken over de strategie. Hoe ziet het er over 10 en 30 jaar uit? Dat geld op de bank geeft ook zorgen. Veel mensen gaan te snel over tot actie en daar worden ze ongelukkig van. Ondernemers zijn gewend om een markt te veroveren en naar hun hand te zetten. Op de financiële markt gaat dat niet. Die kun je niet naar je hand zetten. 80% Van wat je gaat verdienen op de financiële markt, heeft te maken met je strategische plan. Die families krijgen allerlei adviseurs op zich af, maar er is strategie nodig. In onze programma’s leren we families niet beleggen, maar strategie te voeren over hun vermogen.” 

Onroerend goed spreekt veel ondernemers aan, het is een tastbaar iets. Onroerend goed lijkt een veilige belegging, maar is dat ook zo? 

Ronald: “Niet altijd. Er moeten veel meer scenarioanalyses worden gedaan. In vastgoed wordt vaak niet trendmatig gedacht, er zijn zeker trends. De verschuiving van distributie en Internet Retail bijvoorbeeld; winkelpanden worden minder interessant. Een andere trend is de Multi Purpose van vastgoed; het geven van meerdere functies aan vastgoed, bijvoorbeeld het verhuren van daken voor de energietransitie. Of nog één: de interne migratietrend. Het ene moment trekken we massaal naar de steden en dan gebeurt het weer andersom. Dat is een risico. In Amerika trekken mensen massaal weg uit de steden. We denken nu dat Amsterdam een walhalla is om vastgoed te bezitten, maar dat kan zich keren.” Daarnaast zijn er nog de nodige andere trends die van invloed kunnen zijn op de waarde en het gebruik van vastgoed; energie transitie, globalisering en digitalisering. 

Maar is vastgoed nou wel of geen goede belegging? 

Ronald: “De stelregel is dat je zo’n beetje 10-15% van je vermogen in vastgoed zou moeten beleggen. Ik denk daar totaal anders over. Sommige mensen kunnen niet tegen de spanning en fluctuaties van de financiële markten, hen adviseer ik om juist veel meer in vastgoed te beleggen. Daarbij hoort wel een waarschuwing. Er zijn dingen die je kunnen overkomen; overlijden, arbeidsongeschiktheid, stoppen met de zaak, een echtscheiding, etc. Wij noemen dit ‘OASE’. Zoiets komt altijd ongeschikt. Daar zou je bij voorbaat stil bij moeten staan. Je moet blijven analyseren voordat je investeert. Denken dat vastgoed áltijd veilig is, is een veel gemaakte fout.” 

‘De dagelijkse praktijk; nawoord & ervaring van VANDERSTELT’

VANDERSTELT - Publicaties - Nyenrode Familiebedrijven

Bezit van de zaak, einde vermaak?

Gelukkig geldt dit bij veel families niet en zien we een actief portefeuille-beleid. Data helpen hier enorm bij; 

• In welke segmenten is belegd en is het risico gespreid? (winkels, kantoren, woningen, bedrijfshallen, niches) 

• In welke regio’s is belegd? 

• Hoe ziet de huur-vervalkalender eruit? Wat is de kwaliteit en betailingsmoraal van de huurders en in welke sector is men actief? 

• Welke energielabels zijn van toepassing? 

• Welk onderhoud en/of welke investeringen zijn op zijn plaats om het object toekomstproof te krijgen? 

• Wat is de alternatieve aanwendbaarheid, danwel wat is het plan B voor de langere termijn of in geval van leegstand? 

• Welke trends zien we op ons afkomen en wat kan de weerslag zijn op welke delen van de portefeuille? 

• OASE; is de familie/onderneming hierop voorbereid en is de continuïteit gegarandeerd? Onder druk en versneld moeten verkopen is nooit wenselijk. 

Voor sommige vastgoed families geldt bovenstaande helaas wel en ligt het accent op het verzamelen van een collectie ‘individuele stenen’ (vaak vanuit een opportunity gedreven/verkregen), maar ontbreekt het aan totaal-overzicht en samenhang in de portefeuille. Zonder dat je het weet/beseft kan er in enkele decennia alsdan een ‘rariteiten-kabinet’ opgebouwd zijn; vaak best interessante objecten en/of herontwikkelingslocaties, maar zonder visie, planvorming en met een sterke concentratie van bepaalde risico’s. 

Zomaar een paar eerste simpele vragen uit een veel grotere context, die aanleiding kunnen geven tot de continuatie danwel herijking van de bestaande vastgoed-strategie. In de praktijk komen we vaak met dit soort vraagstukken en families in aanraking en adviseert/begeleidt VANDERSTELT ze in deze herijking en eventuele transitie van de portefeuille. 

Vond u dit artikel interessant? Abonneer op ons E-Magazine!